Democratische innovatie roept in Nederland altijd veel discussie op. In deze beschouwing pakt Frank Hendriks drie veelgehoorde reserves bij democratische innovatie in Nederland – i) ‘het gaat toch niet zo slecht?’; ii) ‘vernieuwing kan ook vernieling brengen’; iii) ‘bij ons loopt dit altijd spaak’ – mee in de weging van drie belangrijke motieven vóór democratische innovatie: a) de hardnekkige problemen met de responsiviteit, het luisterend en opvolgend vermogen van vooral de politiek; b) de problematische combinatie van bestuurlijk hollen of stilstaan in de polder; c) de opmars van nieuwe werkvormen die kunnen bijdragen aan collectieve kracht.
Op de keper beschouwd zijn er belangrijke redenen om te investeren in democratische innovatie in Nederland, maar ook om daarbij realistisch, selectief en combinerend te werk te gaan. Het is onrealistisch om te verwachten dat één enkel instrument – zoals een ingeloot burgerberaad of een correctief referendum – aan de veelzijdige behoefte zal kunnen voldoen. Gecombineerde innovaties aangehaakt op het representatieve systeem hebben in theorie grote voordelen die in praktijk verder beproefd verdienen te worden.
Slim democratisch innoveren is investeren in publiek leren en geen aanval op de representatieve democratie maar juist een investering in de scherpte ervan.
