Het effect van deelname aan hybride democratische innovaties: real-life tests
Naam: Jelle Turkenburg
Afdeling: Public Administration, Universiteit Twente
Begeleiders: dr. Martin Rosema, prof. dr. Marcel Boogers, dr. Henk van der Kolk

Projectbeschrijving
Een wijdverbreid gevoel van ontevredenheid met het functioneren van de representatieve democratie heeft geleid tot de erkenning onder wetenschappers, politici en burgers dat een verbeterde burgerparticipatie, in termen van plesbicitaire en deliberatieve instrumenten, nodig is. Echter, verschillende kennisvragen dringen zich op wanneer effectieve combinaties tussen deze twee typen instrumenten gemaakt worden. Dit onderzoek heeft als doel deze kennisvragen te beantwoorden door het systematisch bestuderen van de effecten die hybride democratische innovaties kunnen hebben op burgers.
Dit onderzoek heeft specifiek als doel om uit te vinden wat de verschillende effecten van deelname aan, of kennisgeving van hybride democratische innovaties zijn op burgers. De gemeenschappelijke deler bij dit onderzoek is hierbij verschillen op individueel niveau. Dat betreft, onder andere, het onderzoeken van (1) hoe en waarom individuele verschillen in politiek vertrouwen en waargenomen responsiviteit van de overheid optreden wanneer burgers meedoen aan hybride democratische innovaties en (2) wat het effect is van politieke kennis wanneer deliberatieve instrumenten worden toegevoegd aan een pre-referendum proces.
Dit onderzoek gaat deze effecten bestuderen door een focus te leggen op democratische innovaties die geïntegreerd zijn in hybride formats en in een Nederlandse context plaatsvinden. Het onderzoek profiteert hierbij van de sterke samenwerking die is aangegaan met de praktijk-tak van het consortium (denk hier bijvoorbeeld aan de Ministeries van Infrastructuur en Waterstaat (I&W) en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG)). Deze partners zorgen ervoor dat het mogelijk is om (1) casussen te identificeren waar lokaal/provinciaal/nationaal overheden bereid zijn om te experimenteren met een hybride democratisch instrument en (2) betrokken te zijn bij bestaande casussen waar overheden hun eigen hybride participatieprocessen organiseren.
Het bestuderen van deze casussen wordt gedaan aan de hand van zowel kwantitatieve (vragenlijsten) als kwalitatieve methoden (denk aan focusgroepen en interviews). Observaties (bijvoorbeeld gedurende een burgerforum) worden bovendien gebruikt om de validiteit van de gegeven antwoorden van respondenten te verifiëren. Om het effect van deelname aan, of kennisgeving van hybride democratische innovaties vast te stellen, worden de relevante houdingen en overtuigingen gemeten voor en na de democratische innovatie – en waar mogelijk ook tijdens de innovatie (denk aan meerdere metingen gedurende een referendumcampagne of gedurende een burgerforum). De uitkomsten van dit onderzoek worden aan het einde van dit consortium gebundeld in een Ph.D. dissertatie.